CLOSE

Welkom op de Fredberg.

Welkom!

Ik begin deze blogpost met een enthousiaste welkom. Zo begon ook onze driedaagse trip naar de Fredberg. (Welkom was 1 van de stopwoordjes van onze uitbundige gids Cleon Vrede.) We vertrokken uit Paramaribo met een busje, het was een rit van een 4tal uren. Gelukkig werd deze lange rit onderbroken door een aantal tussenstops waar we een overvloed aan snacks kregen zoals; sandwiches met ei of kaas, baka bana met pindasaus en kroketten. Na deze best lange rit kwamen we aan op het centraal dorp waar we vanuit het busje overstapten naar een 4x4auto om de route verder te zetten op een onverharde weg in slechte staat. Hier begon ons avontuur echt. We trotseerde 1,5uur lang de weg vol kuilen, bulten, boomstammen en grote waterplassen tot we aan het basiskamp aankwamen.

Elke en Mathieu die door elkaar worden geschut in de jungle auto.

De eerste tip van ons voor toekomstige fredbergbezoekers gaat als volgt: eet niet teveel baka bana en kroketten want je maag wordt helemaal door elkaar geschud.

Eens aangekomen kregen we direct een warme maaltijd, Suriname bami met kip. Super lekker maar de eetlust was niet al te groot na alle snacks en de lange tocht. Daarna gingen we voor een verfrissende duik en maakten we ons klaar voor de hike naar de top van de Fredberg.

Bij het inpakken kunnen we ook een tweede tip geven voor toekomstige fredbergbezoekers: Met loopschoenen bedoelen Nederlanders/Surinamers wandelschoenen. Elke heeft het in haar enkels mogen ervaren hoe de tocht was met schoenen die niet genoeg grip hadden.

Het was een prachtige tocht door de jungle waar we genoten van al het groen om ons heen en de vele dierengeluiden op de achtergrond. Maar we moeten eerlijk zijn, bij een hike zie je het grootste deel van de tijd gewoon je eigen voeten en het pad. Want zoals onze gids regelmatig zei: “Je moet altijd kijken waar je loopt, want anders zie je niet waar je loopt.” -Cleon Vrede. Toch kregen we de kans om een paar dieren te spotten, zo hebben we bijvoorbeeld een groepje neusberen gespot.

Eens aangekomen op de top hebben we genoten van het razend indrukwekkend uitzicht waar we de zon zagen ondergaan. In tussen tijd had kok Kamero, een zoutsoep voor ons klaargemaakt. Opnieuw super lekker, maar het recept zullen we nooit weten. Om dit te weten te komen moesten we een hele madame jeanette eten (een extreem pikante peper). Later konden we nog wat sterren kijken en bliksem spotten. Bij het zien van al deze bliksem stelde we de vraag of ze dachten dat het onweer tot bij ons ging komen? Waarop de gidsen zeiden “ach maak je niet druk want de drukkerij is al gesloten” “alles komt goed” en dan waren we klaar om in onze hangmat te kruipen bovenop de berg om te hangmateren (wat volgens de Surinamers een belangrijk werkwoord is). Enkele uren later werden we al terug gewekt om de zonsopkomst mee te maken. We zagen niet enkel de zon opkomen, het hele woud kwam tot leven. We hoorde brulapen, zagen kapucijnapen, ara’s, papegaaien, toekans,… te veel om op te noemen. We hadden echt geluk dus.

Op de top.
Zonsondergang.
Overnachtingsplek op de Fredberg.

We ontbeten en keerden terug naar het basiskamp, op de terugweg vertelde onze gids over verschillende bomen en planten in het woud, zo hebben we geproefd van een stuk hout dat gebruikt werd tegen malaria, we leerden hoe ze de telefoonboom kunnen gebruiken als ze de weg kwijtraken in het woud, en ontdekten we dat Tarzan ons al jaren voor de gek heeft gehouden want dat je helemaal niet kan slingeren met lianen. (Enkel luchtwortels zijn hier stevig genoeg voor.) Na even ontspannen naar keuze op het basiskamp gingen we in de avond terug de jungle in om nachtdieren te spotten. Een deel van de trip dat we niet snel zullen vergeten. We kwamen oog in oog te staan met de giftigste slang van Zuid- Amerika (de Bosmeester). Om nog een extra weetje te geven over deze slang. Als de slang onthoofd wordt kan haar hoofd nog 15min na verwijdering van het lichaam bijten. Maar geen zorgen de slang is rustig blijven liggen en we zijn veilig en wel terug aangekomen op het basiskamp. Waar we nog een gezellige babbel hadden met onze gids en de andere reisgenoten. Onze gids was opgegroeid in het binnenland in het district Brokopondo. Het was een interessant gesprek waar we onze waarnemening bij de Aukaners uit Ricanau Mofo vergeleken met de Samarakanen uit Bronopondo. Hun leven is heel gelijkaardig, ze leven van de kostgrondjes, visvangst en de jacht. Verder zijn er wel andere tradities en gewoontes maar hier ga ik niet verder over uitwijden. Zo is onze Surinaamse blik weer een beetje ruimer geworden.

Foto van de bosmeester (voor de aandachtige kijker).